Mensen pendelen tussen verleden en toekomst, maar blijven soms
teveel in het verleden hangen. Dan is het hen onmogelijk zich op
de toekomst te richten. Ze bevinden zich dan in een ‘tussentijd’ waarin
ze trachten hun leven weer op te pakken.
Dit is het centrale thema in het boek Tussentijd van Frieda
Schijven, waarin de lotgevallen van de fotograaf en kunstenaar Alex
worden verteld. In dit verhaal ligt het perspectief bij Alex. In flashbacks
herbeleeft hij de laatste twee jaar van zijn leven. Intussen hertstelt
hij in een ongelukkig heden van een bijna fatale verwonding en een
diepere wond in zijn hart.
De alleenstaande Alex is tevreden. Wanneer hij zijn honden uitlaat
komt hij Ella tegen. Ondanks de eerste stroeve ontmoeting komen ze
steeds meer met elkaar in contact. Pril geluk ontstaat, idyllisch
zo lijkt het, maar Ella tobt met het verlies van haar eerste man
Tom en is huiverig om Alex aan haar familie voor te stellen.
Als dit uiteindelijk toch gebeurt, blijkt een van Ella’s zusters
getrouwd met zijn vroegere vriend Steef. De familie, op Ella’s
moeder na, is dolblij met de nieuwe schoonzoon en zwager. Door hem
leeft Ella weer op.
Helaas verschijnen er scheurtjes in de relatie, Ella is soms afwezig,
snel gepikeerd en hangt nog steeds aan Tom; dit legt druk op hun
samenzijn en deprimeert Alex.
Na Ella’s dood, raakt Alex de weg kwijt en
belandt hij in zijn eigen “tussentijd’.
De rest van het boek bestaat uit pogingen om uit die tussentijd te
raken. Daarbij krijgt Alex steun van zijn vrienden. De auteur weet
hierbij op indringende wijze gevoelens van onmacht, verdriet, hoop
en zelfmedelijden over te brengen. De lezer krijgt de volle laag
van de gevolgen van een giftige liefde. Een liefde waarbij het verdriet
van de een en diens dood een zelfde verdriet teweeg kan brengen bij
de ander. De omslag van het boek is passend: een dorre woestijn in
de schemering geeft de gemoedstoestand van Alex weer. Daarnaast keert
de woestijn als thema en setting regelmatig terug.
|